Tijdens wandelingen in de bergen heb je kans dat je grote imposante witte honden tegen komt. Ze worden "pastous" of "patous" genoemd. Zij mengen zich tussen de schapen en beschermen de kudde.
Dit ras, de Pyreneese Berghond of "le Chien de Montagne des Pyrenées" in het Frans, wordt beschouwd als een deel van het cultureel erfgoed van de bergen. In Frankrijk was het ras tot aan het eind van de 19e eeuw volop in gebruik, totdat het langzaam uit het berglandschap verdween omdat de grote roofdieren -- beren, wolven en lynxen -- zeldzaam werden. Het uitzetten van wolven in de Mercantour en de herintroductie van beren in de Centrale Pyreneeën hebben de interesse in deze verdedigingshonden opnieuw doen toenemen.
De term "pastou" (uitgesproken patou) komt van het woord "pastre" dat "herder" betekent in oud-Frans en geeft naam aan de herder's hond zoals het ooit bedoeld was. In tegenstelling tot een herdershond, is zijn rol niet het bijeendrijven van de schapen maar om hen te beschermen tegen wilde dieren. De patou loopt in de regel voor de kudde uit om het terrein te inspecteren voordat de schapen arriveren, en zich vervolgens zodanig op te stellen dat hij een veilige zone rond de kudde creeërt en een indringer tijdig kan signaleren.
De schaapskudde is zijn familie.
Geboren in de schaapskooi komt hij al vroeg in contact met de schapen. Op de leeftijd van twee maanden wordt hij van zijn moeder, broertjes en zusjes gescheiden om te gaan slapen, eten en leven tussen de schapen die hij moet gaan beschermen. Zijn dikke witte vacht en afhangende oren zorgen ervoor dat hij helemaal in de kudde kan opgaan en na een tijdje wordt hij volledig door de schapen geaccepteerd. Gedurende de eerste twee jaar van zijn leven zal de herder de hond niet aaien of knuffelen of hem op wat voor manier dan ook als huisdier behandelen zodat de hond zich zo goed mogelijk kan hechten aan de schapen.
Pyreneese berghonden zijn geen aanvallers maar zij beschermen door de indringer ervan te overtuigen weer rechtsomkeert te maken. Hun aanwezigheid en postuur alleen zijn vaak al genoeg om roofdieren te ontmoedigen. De eerste reactie van een verdedigingshond is te blaffen, om zijn aanwezigheid aan de vreemdeling kenbaar te maken en om de herder te waarschuwen. Op hetzelfde moment plaatst hij zichzelf tussen de schapen en de indringer(s).
Als de indringer deze signalen negeert of als het roofdier agressief is, dan kan de hond zich gedwongen voelen om fysiek contact te maken.
Wat te doen als je een patou tegenkomt...
Een goede verdedigingshond, die over zijn kudde waakt, alarmeert de herder wanneer hij een indringer in de buurt van de schapen ontwaart. Als zo'n grote hond blaffend op je af komt rennen kan dit erg intimiderend zijn.
Belangrijk:
blijf kalm
ga niet roepen
ga niet gooien naar de hond
bedreig hem niet met je wandelstok
De hond zal dit herkennen als agressief gedrag. Wandel terug of vervolg je wandeling door een grote boog rond de kudde te maken. De hond zal misschien aan je snuffelen, je herkennen als een mens en soms een eindje met je meelopen om er zeker van te zijn dat je geen kwade bedoelingen hebt met zijn schapen-familie.